Kloosterleven

Blog
Algemeen

‘Mijn huwelijk is mijn klooster’. Ooit kwam ik deze uitspraak tegen, ik meen van een priester of van een monnik, uit een van de de Oosters-Ortodoxe Kerken. Zoals de naam al zegt, bevinden die kerken zich in het Oosten. Rond het jaar duizend was er een kerkscheuring waardoor aan de ene kant de Rooms-Katholieke Kerk onstond en aan de andere kant de Oosters-Orthodoxe Kerken.  Een van de verschillen tussen de kerken is hoe men met het celibaat omgaat, in de oosterse kerk gaat men er vrijer mee om, hoewel ik niet precies weet hoe het zit. ‘Mijn huwelijk is mijn klooster.’ Dat klinkt natuurlijk alsof hij geen best huwelijk had. Maar dat bedoelde hij niet. Het huwelijk, en wat ruimer genomen, het gezin, is een afgesloten ruimte om onvoorwaardelijke liefde aan elkaar te geven, maar vooral ook om je daarin te oefenen. Het vraagt ook zelfverloochening, net zoals in het celibaat. Het is een gevecht met jezelf. Het vraagt een gevecht tegen je eigen onhebbelijkheden en voortdurend zelfonderzoek. Het zet je aan het denken in deze tijd, nu we veel thuis verblijven en je huis als een klooster aan kan voelen. Het leert je nog meer, ook als het ongezellig is en er spanningen zijn, steeds af te vragen: wat betekent het nu om lief te hebben, onvoorwaardelijk? Dat gaat niet vanzelf, het vraagt om volharding. Het is een leerschool, waar je veel kunt leren. Johannes geeft in zijn brief het geheim: we hebben lief omdat God ons eerst heeft liefgehad.
 

Ds. Bernard van Vreeswijk