Helden

Blog
Algemeen

Jaren geleden keek ik met een aantal studenten de film: “De laatste dagen van Sophie Scholl”.  Een film over een Duitse verzetsheldin uit München. Vroeg in de ochtend, voor de colleges beginnen, legt Sophie, een studente van 21 jaar oud samen met haar broer Hans, pamfletten bij de collegezalen. De conciërge heeft het gezien en beiden worden gevangengenomen. De film laat bijna uitsluitend de verhoren zien, waaraan Gestapo-officier, Robert Mohr, Sophie Scholl onderwerpt. Zal een film, die bijna 2 uur duurt, met vooral dialogen en nauwelijks actie, de studenten niet snel gaan vervelen, dacht ik. Anderhalf uur zaten ze op het puntje van hun stoel. Na afloop wisselden we van gedachten. Ze vroegen mij hoe in mijn jeugd de Tweede Wereldoorlog, een rol had gespeeld. Zeven jaar na de bevrijding geboren, zat ik in het midden van de jaren zestig, op de middelbare school en naar ik mij herinner, was er onder de leraren een aantal, dat naar hun zeggen, in het verzet had gezeten. Ze vertelden daarover tijdens de lessen. Vooral één hunner muntte daarin uit. Hij had Engelse piloten geholpen onder te duiken. Joodse kinderen naar veilige adressen gebracht. Zelfs twee Duitse soldaten omgebracht. En dat alles zonder een greintje angst. Kortom, de man was een held geweest. Hij wekte bijna de indruk, dat indien er behalve hem, nog zo’n krachtpatser was opgestaan, de oorlog jaren eerder zou zijn afgelopen. Als twaalfjarige had ik bewondering voor deze leraar. Hij deed me denken aan helden uit films, onverschrokken typen, die vanzelfsprekend bereid zijn, hun leven te geven voor de goede zaak. Het komt daar evenwel niet van, vanwege hun scherpe inzicht en enorme kracht. Als ik de verhalen van deze leraar thuis vertelde ging mijn vader daar niet op in. Hij en mijn grootvader zaten de laatste jaren van de oorlog gevangen in een kamp in Duitsland. Ik heb hen daar nauwelijks over horen vertellen en vroeg me af, hoe dat kwam. Naar ik ergens las, was dit, omdat velen, die in het verzet zaten of gevangengenomen werden, vreselijke dingen hebben gezien en meegemaakt en daar liever niet over vertellen. Het zou anderen belasten en al vertellend komt het ook weer zo terug. Na de film “De laatste dagen van Sophie Scholl” dacht ik, dat aan hun zwijgen ook iets anders ten grondslag zou kunnen liggen. Wanneer bewezen is, dat Sophie en haar broer de pamfletten hebben verspreid en ze daarmee wordt geconfronteerd, zie je de angst in haar ogen. Ze probeert eerst nog te ontkennen, maar tevergeefs. Gaandeweg zie je een jonge vrouw, die voor haar overtuiging opkomt en wier moed zodanig groeit, dat ze ook de schuld van de andere leden van de verzetsgroep op zich neemt. Alleen, wanneer Sophie in de cel met een medegevangene spreekt, gaat het over haar angsten, haar dromen en over het verdriet van haar ouders, mocht zij de doodstraf krijgen. Wanneer de Gestapo-officier haar een uitweg biedt, indien Sophie anderen verraadt, weigert ze en wordt geëxecuteerd. De jongeren met wie ik deze film zag zeiden me, dat deze hen zichzelf de vraag deed stellen: Zou ik in zulke omstandigheden ook zo handelen?  Die vraag had ik mezelf niet gesteld, luisterend naar de verhalen van die heldhaftige leraar. Natuurlijk zou ik nooit zo dapper zijn als hij.  Die leraar was, naar me steeds duidelijker werd, een filmheld, een projectie, een waanbeeld. Omdat in Sophie Scholl een mens getekend werd, die angst had, voor de verlokking kwam te staan er zelf onderuit te komen, maar daar ten langen leste niet aan toegaf, zaten de jongeren op het puntje van hun stoel en stelden zich de vraag of zij in soortgelijke omstandigheden ook zo hadden gehandeld. Misschien zijn zij, die in de Tweede Wereldoorlog en de oorlogen daarna gestreden hebben voor de vrijheid van anderen, daar niet alleen zwijgzaam over, omdat ze veel gezien hebben, dat zeker ook en waarschijnlijk als eerste. Maar wellicht eveneens, omdat ze doodsbang zijn geweest, mogelijk voor de verleiding hebben gestaan zichzelf te redden en na aarzeling, daar niet voor kozen en zichzelf dientengevolge wellicht minder als held beschouwen. Gemeten althans naar de maatstaf van de projectie, het waanbeeld, het niet bestaande. Mensen wier moed het gaandeweg won van hun angst. Daarmee zijn en worden ze zeer menselijk en zijn het voor ons helden. We gedenken hen, vijf en zeventig jaar na de bevrijding, die vanwege de coronacrisis zo anders wordt gevierd.

Dick van de Linde