Oordeel

Blog
Algemeen

In een eerdere blog over Job onder de titel “zwijgen” maakte ik er melding van, voorzichtig te willen zijn, om de coronacrisis te duiden. Duiden als het in verband brengen met God, bijvoorbeeld als straf of oordeel. Onlangs verscheen er een boek, waarin het niet duiden van de tijd, predikanten kwalijk werd genomen. Predikanten staan immers in het profetisch ambt en profeten zijn geroepen gebeurtenissen, die plaatsvinden in verband te brengen met God. Ook mensen om mij heen hoor ik dat doen. “We worden erop gewezen, dat we met onze grote mond, maar heel klein zijn” is een vaak uitgesproken gedachte. In die zin dus een oordeel van God. Ik begrijp dit. Ze is me alleen iets te kort door de bocht. De reden dat ik het wat te kort door de bocht is, hoop ik toe te lichten. Jaren geleden las ik een indrukwekkend artikel over het oordeel van God als daad van genade. De schrijver ervan stelt dat het een teken van hooggehouden worden is, wanneer je geoordeeld wordt. Je wordt tot het gericht verwaardigd. Dat lijkt wat vreemd. Een oordeel is iets dat je vreest. Het gericht maakt je klein. Toch is dat een onjuiste gedachte. Geoordeeld worden is een blijk daarvan dat je serieus genomen wordt. Je daden doen en deden ertoe.  Je daarvoor moeten verantwoorden is dus een blijk van hoogachting. In het oordeel van God wordt je leven in het licht gezet. Er komt klaarheid en helderheid. Niet door een meedogenloos, maar wel door een alles verhelderend licht. Niets wordt weggemoffeld of onder het tapijt geschoven. Alles wat goed was komt in het licht, maar ook al het kwade, het verwoestende. Het tot inzicht gebracht worden kan dus iets uitermate pijnlijks hebben. Kwalijker was echter wanneer je dit pijnlijke werd bespaard. Je zou niet onder ogen zien waar je schade mee aanricht in de relatie met God en mensen. Waar je dit niet onder ogen komt, kan je er ook niet mee breken. Dat laatste is uiteindelijk de bedoeling. Een goede vriend, die ernstig ziek was en met mij over het laatste oordeel wilde spreken zei: “Ik kan ernaar verlangen, van mijn somberheid afgeholpen te worden in het laatste oordeel. Dat wordt afgekapt. Zelf heb ik er nooit los van kunnen komen.” Een oordeel verheldert. Machten, die heersen hebben er een hekel aan ontmaskerd te worden, want zonder ontmaskering kunnen ze hun gang gaan. Het coronavirus kan je ook als zo’n macht beschouwen. Het corona-virus richtte de meeste schade aan, toen nog redelijk onbekend en vrij zijn gang kon gaan. Nog slaat het om zich heen, maar we zijn het aan het betomen. Wanneer het virus volledig zijn geheimen moet prijsgeven, kan er een vaccin ontwikkeld worden en is het zijn dodelijke kracht goeddeels verloren. Onder ogen komen wat schade aanricht, is dus heilzaam. In de samenleving en in ons leven. Dat wil het oordeel bewerken. Het kwade onder ogen zien en ermee breken, het goede bevorderen. Crisis of oordeel betekent zoveel al scheiding, afkappen. Het is de vraag wat er door deze crisis afgekapt wordt. Is dat het naar elkaar omzien of het op jezelf gericht zijn en de ander laten stikken, wat afgekapt wordt? Hopelijk het laatste. Zo zijn nog wel wat zaken te noemen. In deze crisis worden prachtige initiatieven genomen, ook zien criminelen hun kansen. Als er in de coronacrisis sprake is van een oordeel van God, dan is dat niet om alleen om ons te laten zien hoe klein we zijn of ons flink om de oren te slaan, maar om in het licht te brengen, waar we schade berokkenen ook aan Zijn schepping, opdat we ons bekeren en zo warm lopen voor het koninkrijk dat komt.

Dick van de Linde