Voorgaan in een lege kerk

Blog
Algemeen

Gelukkig kreeg ik een aantal reacties per email en via de app op de kerkdienst in de Andreaskerk van zondag 5 april waarin ik voorging. Anders was het behalve een lege kerk ook een bijna luchtledig gebeuren geweest om voor te gaan in een kerk zonder kerkgangers, hoe mooi de monumentale Andreaskerk ook is. Onder normale omstandigheden heb je als voorganger haast voortdurend contact met de kerkgangers en onstaat er een wisselwerking naar mijn gevoel tijdens de dienst. Ik zie hun gezichten, ik hoor hen wanneer ze reageren bij de responsies. Ik voel me gedragen door de samenzang en ik meen althans waar te kunnen nemen aan de houding waarop ‘mijn’ gemeenteleden zitten op de kerkstoelen, en aan hun gelaatsuitdrukkingen of er een geconcentreerde sfeer ontstaat en of het mij lukt hen mee te nemen in de uitleg en verkondiging van de lezing. Afgelopen zondag ontbrak het aan al deze niveaus van communicatie tussen voorganger en kerkgangers, en ervoer ik geen wisselwerking want de kerk was leeg. Nu ben ik niet helemaal eerlijk, want er zaten, voor mij zichtbaar, welgeteld twee mensen in de kerk. Greco Rave, de koster zittend op zijn stoel, helemaal achterin onder het orgel bij de kosterruimte. En boven hem Harm Jansen die het grote Flentrop-orgel bespeelde. En ergens weggedoken in het ‘zaluwnest’ naast het voorreformatorische orgel maar buiten mijn zicht, bevond zich Jan de Groot die een live opname maakte van de dienst.

Nu was ik in mijn loopbaan van predikant wel wat gewend. Maar zo leeg niet. In mijn eerste gemeente, gelegen tegen de waddendijk op het Hoge Land van Groningen ging ik in de tweede dienst – de eerste was op Oosteinde altijd om 09.00 uur, een vlek op bijna geen topografische kaart te vinden – wisselend voor in twee piepkleine dorpen, Oosternieland en Oldenzijl, met twee stokoude maar wonderschone romaanse kerkjes. Op deze twee locaties was ik gewoon diensten te houden met tussen de twaalf tot vijftien kerkgangers. De liednummers werden nog met krijt op een lei geschreven. Echter hoe klein ook, met drie of vier welluidende zangstemmen onder de kerkgangers en een uitstekende organist, kon de wekelijkse lofzang op zondag met verve gaande gehouden worden.

Maar een lege kerk is echt leeg, het was een kaal gevoel en ook wat unheimisch, zoals je dat treffend in de duitse taal kan zeggen. Het ‘Heim’, het gevoel van thuiszijn, van op je plek zijn, ontbrak. Gelukkig de paaskaars brandde, er straalde bijzonder licht, en de wetenschap dat ik virtueel verbonden was met een beduidend deel van onze geregelde kerkgangers. Maar het woord zegt het al: Of ik deze digitale of virtuele verbondenheid kan ervaren, daar ben ik voor mijzelf nog niet helemaal uit. De digitale reacties en enkele échte’ telefoongesprekken deden me goed. De verbondenheid wordt aan de ontvangende zijde in ieder geval wel ervaren, en dat ondervond ik zelf ook tijdens de eerste twee diensten waarin mijn beide collegae voorgingen en ik ingelogd achter mijn computer zat. Echter, omgekeerd in de rol van voorganger, dat ligt (voorlopig) iets moeilijker. Hopelijk hoef ik er niet aan te wennen en zullen na 1 juni echte kerkdiensten weer mogelijk worden. En zo niet, de Geest van God is machtig en weet zelfs langs digitale kanalen de harten van mensen te raken.

 

 

ds.Wiert Sarolea