Het nieuwe boek 'Oer'

Blog
Algemeen

Van: Corien Oranje, Cees Dekker en Gijsbert van den Brink

Eind mei is een prachtig en met humor geschreven boek verschenen over het bijbelse verhaal van Genesis tot aan Openbaringen verweven met het de evolutietheorie over het onstaan van de planeet aarde en haar toekomst. Het boek is in de vorm van een roman geschreven door een unieke combinatie van drie auteurs, te weten: twee theologen waarvan één hoogleraard is aan de VU en de ander een kinderboekenschrijfster. En de derde auteur is een moluculair biofysicus en hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft. Hun drieën is het, naar mijn oordeel, gelukt om een aantrekkelijk, grappig, spannend en bovendien een wetenschappelijk verantwoord verhaal te schrijven waarin wetenschap en geloof, evolutie en het scheppend handelen van God op speelse wijze verbonden wordt met het verhaal over de hof van Eden en over Adam en Eva, die in het boek Womuntu en Maisha genoemd worden, twee Oost-Afrikaanse namen. Immers volgens de huidige inzichten is de mens daar ontstaan. Als het fout loopt tussen de mensen, komt er gelukkig een doorstart van het verhaal en verschijnt Abraham ten tonele. Vervolgens worden de gebeurtenissen rond Jezus verteld en hoe zijn levensverhaal in een anticlimax lijkt te eindigen maar ten gevolge van een shock en door de omkeer van de meest betrokkenen rond Jezus gaat het verhaal verassend genoeg verder, en eindigt het via een eilandje in de zee tussen het huidige Griekenland en Turkije in de kombuis van een ruimtestation op zo’n 400 kilometer van de aarde. Het klinkt te gek voor woorden, maar het wordt overtuigend en bijbelgetrouw verteld. Het begin van het romanverhaal speelt zich bijna veertien miljard jaar geleden met de woorden: “Ik werd geboren tijdens een waanzinnige, op hol geslagen kermis. Vol botsingen. Chaos. Rondvliegende objecten.  …  Ik wervelde hulpeloos rond, terwijl vernietigende projectielen rakelings langs me vlogen. Om mij heen explodeerden ruimte en tijd. Er was niets dat ik kon doen om mezelf te beschermen, om mezelf buiten de vuurline te brengen”. Een prachtig beeld van de Oerknal. Het romanverhaal  eindigt in de interstellaire ruimte met de woorden: “Het komt goed. Echt waar, Pro. Dit wordt beter dan alles wat we ooit hebben meegemaakt. … Van harmonie en liefde tussen de Schepper en zijn hele schepping. Ik denk dat dit alles gaat overtreffen, wat we de afgelopen veertien miljard jaar hebben meegemaakt. De Schepper houdt van verrassingen. Er staat ons nog heel wat te wachten, denk ik”. Dit verhaal met deze ongekende tijdsspanne kan overtuigend verteld worden vanuit de hoofpersoon van het boek, want dat is namelijk “Proton”. Eén van de drie onderdelen van een atoom. Hij maakt heel de geschiedenis mee, vanaf het onstaan van het heelal, de samenklontering van de planeet aarde, de evolutie van de homo sapiens, tot aan ‘nu’, de tijd waarin de hoop op de voltooing van de schepping door God volop leeft.  Het boek is een aanrader voor wie naast de bijbel ook geinterresseerd is in de natuurwetenschappen.
In het komend seizoen wil ik binnen het kader van het leerhuis van onze Protestantse Gemeente i.w. een soort voorleesavond wijden aan dit opmerkelijke boek.
 

Wiert Sarolea