De lente

Blog
Algemeen

Komende zondag laat ik aan het einde een lied zingen over de lente, nu tot volle bloei gekomen. Het cornavirus is waarschijnlijk uit de dierenwereld over gesprongen op de mens met alle grote en nare gevolgen van dien.  Een geluk bij een ongeluk is dat het virus de natuur zelf niet aantast en indirect zelfs mooier maakt door de rust die er nu op vele plekken heerst, haast onwerkelijk soms. Bij alles wat nu anders dan anders gaat, kan voor wie loopt of fietst of met aandacht uit het raam naar het frisgroene kleren van een boom kijkt de lente een bron van verstilling zijn, een gevoel schenken van even terug in het vertrouwde ‘normaal’.

1.Ga uit, o mens en zoek uw vreugd,
nu in de lente zich verheugt
al wat er leeft op aarde!
De gaarden zijn op ’t schoonst gesierd,
opdat gij ’t loeve leven viert,
dat God u openbaarde.

2. De bomen staan in blad gezet,
de aarde dekt haar naaktheid met
een lichte groene wade;
en tulp en narcis evenzo:
veel heerlijker dan Salomo
bekleedt ze Gods genade.

3.En vogels, waar men hoort of ziet, -
de leeuwerik zingt het hoogste lied,
de zwaluw voedt haar jongen.
De bronnen ruisen overal, -
loof Hem, in wie u eens voor al
het leven is ontsprongen.

4.De akker wordt een gouden woud,
daarin verblijdt zich jong en oud.
Roem dan de gunst en goedheid
van Hem die geeft in overvloed,
Hem, die het menselijk gemoed
verzadigt met zijn zoetheid.

5.God heeft zijn schepping goed gedaan, -
hoe zou ik zelf dan buiten staan?
Hij heeft de dood verdreven.
En ik zing mee, nu alles zingt,
het lied dat overal weerklinkt,
de lofzang om het leven.

6. Want is het, Heer, reeds hier zo schoon
en geeft Ge_pns al zo heerlijk loon
op deze arme aarde,
wat heerlijkheid moet dan eenmaal
ons wachten in uw hemelzaal,
Gij ongeëvenaarde!

7. Ja, welk een lentelijk festijn
zal het in Jezus' lusthof zijn,
hoe moet het daar wel klinken,
waar duizend serafijnen Hem
lofprijzen met hun gouden stem
en als de sterren blinken!

Tekst: Paul Gerhardt,
 

ds.Wiert Sarolea