'Mij dorst'

Blog
Algemeen

De tekst van het hieronder weergegeven lied gaat over dorst. In deze tijd van de dreiging van het coronavirus verlangt of sterker gezegd, smacht vrijwel iedereen weer naar gewoon menselijk contact, naar ontmoetingen en gesprekken van aangezicht tot aangezicht. Wanneer je deze dorst leest in het lied krijgt het een verrassende lading en begint elke versregel haast te stromen van water.

1. Jij hebt van tranen en van pijn geweten
en op de doore grond jouw bloed vermorst.
Jouw leven werd diep in de put versleten
als Jozef eens. En jij riep uit: ‘Mij dorst’.

2. Waar ooit levens water gastvrij vloeide,
daar sloten wij de rijke bronnen toe;
en waar de lelie en amandel bloeiden,
daar werden wij de twist nocht tweedracht moe.

3. Jij bent barmhartig tussenbij gekomen
en hebt eern bres geslagen in de grond:
een open graf! Er is een beek gaan stromen,
de waat’ren spuwen Jona uit hun mond.

4. Wij hebben samen bij de bron gezeten,,
Jouw woorden als klaar water in de mond;
daar heb je van mijn dorst en pijn geweten,
Jij was de eerste, die mijn klacht verstaond.

5. Gezegend zij de drenker van de schapen;
gezegend zij de Meester die mij ziet!
Mijn herder zal niet sluimeren of slapen
en in mijn dorre keel schept Hij een lied.
Tekst: Wonno Bleij.

 

 

Wiert Sarolea