Afgelopen vrijdagochtend

Blog
Algemeen

Afgelopen vrijdagochtend op om 11.00 brandde het licht van de paaskaars in de Andreaskerk. In een verder lege kerk – op organist, koster en degene achter de beamtafel na –  zaten de twaalf familieleden van de overledene en ik rondom, op de banken in de dooptuin van de kerk. Op elke bank twee personen zodat er net voldoende fysieke afstand heerste. De kist stond vrijwel in het midden, tussen de paaskaars en het doopvont in. De flakkerende vlam van de paaskaars wierp een warme gloed om zich heen en verdreef de leegte uit de hoge, gotische gewelven. We zongen, onder begeleiding van zacht orgelspel, van ‘U zij de glorie’ en van ‘de opgestande Heer’. We lazen de eeuwenoude tekst van psalm 103 ‘Heer die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken’. Met bijdragen van drie dochters en van drie volwassen kleinkinderen memoreerden we het leven en sterven van de gestorvene in het perspectief van deze bijbelse woorden. Een zestal dikke kaarsen waren neergezet op de brede rand van het doopvont. Deze werden één voor één aangestoken aan het licht van de paaskaars, elk voorzien van een persoonlijk gedachteniswoord. De laatste heb ik aangestoken en opgedragen aan alle gemeenteleden die graag hadden willen komen omdat zij de gestorvene goed hebben gekend, maar niet aanwezig mochten zijn vanwege de beschermende maatregelen in verband met de dreiging van het coronavirus. Na de gebeden en onder de klanken van het slotlied hebben we de overledene uitgedragen met de woorden ‘Ga met God en Hij zal met je gaan’, op weg naar het graf aan de kerkhofdijk. De omstandigheden waren uitzonderlijk, het kerkplein en de straten haast uitgestorven, en we waren met een heel klein groepje, maar het pastorale kerkenwerk ging door, stijlvol en waardig.

ds. Wiert Sarolea