Anderhalve meter

Blog
Algemeen

Vanaf komende maandag 23 maart zullen de vier predikanten van onze gemeente elke week vier dagen dit blog gaan bijhouden. Om een gedachte of een ervaring te delen, om in deze tijd van de coronacrisis ook op deze manier contact met elkaar te houden. Ik mag vandaag, donderdag 19 maart, het spits afbijten. 

Anderhalve meter  

Anderhalve meter, dat is de afstand die wij de komende tijd tussen elkaar moeten aanhouden. Premier Mark Rutte benadrukte dat vandaag bij zijn persconferentie, om zo de verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Maar wat is nu anderhalve meter? Vandaag maakten wij met zijn tweeen een wandeling langs het Rosenboomspoor en over het fietspad langs de spoorlijn met een grote boog terug naar de Gaedsbergh. Het was heerlijk weer, lente-achtig. Maar onderweg merkten wij hoe moeilijk het is om die anderhalve meter aan te houden als je iemand anders passeert, zeker waar het smal is: een medewandelaar, een kind op een driewieler, een jogger, de buurman en wie ook maar. Anderhalve meter, twee grote stappen: dan kun je elkaar niet meer aanraken, dan kun je elkaar niet meer goed in de ogen kijken, dan kun je nog wel een bal overgooien of een praatje maken. Maar zo afstand houden tot een ander voelt voor mij tegennatuurlijk. Het voelt alsof je een van de mensen bent in het verhaal van de barmhartige samaritaan die met een grote boog om het gewonde slachtoffer heen loopt. En ik moet denken aan de bijbelse verhalen waarin melaatse mensen buiten de muren van een stad, van de gemeenschap worden gezet, om zo anderen niet aan te steken en de gemeenschap zelf te sparen en te beschermen. Virussen en infecties zijn van alle tijden en altijd al gevaarlijk geweest. Vandaar dat wij in deze tijd niet bij elkaar in de kerk kunnen komen, omdat de stoelen in beide kerkgebouwen veel minder dan anderhalve meter uit elkaar staan, het risico om een ander aan te steken veel te groot is en het bovendien onhandig is bij de ontmoetingen en het koffiedrinken.

Anderhalve meter dus, aan die afstand zullen wij ons de komende tijd moeten houden, om zelf niet ziek te worden, om een ander niet aan te steken, ter bescherming van de gemeenschap, in het bijzonder van mensen met een kwetsbare gezondheid, jong en oud. Ook al voelt het niet natuurlijk, ook al zou je misschien anders willen. Het is voor het goede doel. En dan vindingrijk zijn in het toch contact zoeken met elkaar, behulpzaam zijn waar jij kunt. Want deze tijd kan ook angstig en eenzaam maken. Gelukkig hoef je geen anderhalve meter afstand te houden van God en komt God komt ons rakelings nabij, zo mogen wij geloven: onverwacht, dragend, troostend, inspirerend. Zoals wordt verwoord in het mooie lied van Charlotte Elliott (lied 377 in het Liedboek 2013, de verzen 1 -4)

Zoals ik ben, kom ik nabij, met niets in handen dan dat Gij mij riep en zelf U gaf voor mij - o Lam van God, ik kom.

Zoals ik ben, met al mijn strijd, mijn angsten en onzekerheid, mijn maskers en mijn ijdelheid - o Lam van God, ik kom.

Zoals ik ben, verdoofd, verblind, tast ik naar U, die mij bemint, bij wie mijn ziel genezing vindt - o Lam van God, ik kom.

Zoals ik ben, ontvangt Gij mij, reinigt, vergeeft, omarmt Gij mij, vervult, verlicht, verwarmt Gij mij - o Lam van God, ik kom.

Ach, wat is dan anderhalve meter...

ds. Wim Hortensius